Het is laat, ik ben moe, Sjef slaapt al.. Het gaat best goed, wel flink afzien. Steeds schipperen, kut het wordt nu teveel theater en wat zeggen we nu eigenlijk?
Het begint wat te worden, werkt toch wel ,eerst alles kaal slopen en dan kijken wat je overhoud! We zijn er nog niet maar morgen zien we de geest!
De hal is groot, koud en lelijk in z’n sobere tochwel schoonheid, licht van buiten via de nooddeuren, zichtbaar is daar het buitenverblijf van de varkens met wuifend groen in de verte.
In het midden een slagerij, of eigenlijk een vreemd bouwsel, je zou er van alles bij kunnen bedenken behalve een slagerij? Licht aangelicht door warmtelampen wat een gecentreerd warm licht geeft op de vloer en het stro. Is vast een plaatje als de varkens er zijn, maarja die zijn er nog niet.. Vanaf de andere kant komt licht door grote openslaande deuren, fabriekerig zo ziet het er uit, grappig is wel dat daar het publiek binnenkomt en ziet het er vanuit de hal uit alsof zij op stal staan en de varkens er naar kijken. Geur van de touwen het stro en de varkens, geur ook van het eten, de poep en vocht. In de linkerhoek duidelijk een plekje om te leven en toch samen met de varkens. De grote leegte van de hal krijgen we toch
persoonlijk!
Ik ben blij als de varkens er zijn!